Over de schrijver

Mijn foto
is columnist bij Vitesse Inside. De artikelen van dit blog verschijnen ook daar. Contact: plusvite1892@gmail.com Facebook: www.facebook.com/plus.vite.39

donderdag 25 oktober 2012

Het nieuwe stadion


Het nieuwe stadion kent een maximale hoogte van 48 meter en het heeft een oppervlakte van 55.000 vierkante meter (250 meter lang en 220 meter breed). Het telt een kleine honderdduizend zitplaatsen verdeeld over drie ringen.
Verder heeft het naast de kleedkamers, VIP's lounges, perskamers, diverse televisiestudio's, een Sport Medisch Centrum, een oud-spelers ruimte, een museum, catering voorzieningen, een winkel met fanartikelen en de kantoren van de club.
Vorige week was ik een paar dagen in Barcelona. Uiteraard kon ik de verleiding niet weerstaan om een bezoekje te brengen aan het stadion van ’s werelds meest aansprekende club. Camp Nou, Catalaans voor het nieuwe stadion, of letterlijk het nieuwe veld, is bijna net zo’n grote attractie als de Sagrada Familla, beroemde kathedraal van Gaudi. Het enige verschil is dat er bij de voetbaltempel geen Amerikanen in de rij staan. Fransen, Engelsen, Oostenrijkers, Polen, Russen, natuurlijk Nederlanders, bijna alle Europese landen leken die dag wel een vertegenwoordiging  te hebben gestuurd. Als ons Europeanen dus iets bindt, dan is het wel de liefde voor de voetbalsport. Misschien moeten ze daar in Brussel eens iets mee doen…
Parasol of paraplu in plaats van een dak
Na anderhalf uur was ik een ervaring rijker, maar € 23 en een illusie armer. Natuurlijk is de aanblik van zo’n groot stadion imposant. De perfecte grasmat, de kleedkamer (helaas die van de gasten), de prijzenkast in het museum en natuurlijk toegang tot het veld met het kapelletje boven aan de trap, waar de heren nog even een kruisje kunnen slaan, zijn een bezienswaardigheid. Maar als je je even niet laat imponeren door bijna 100.000 stoeltjes, vallen andere zaken op, die wij in onze thuishaven niet of nauwelijks kennen.
Het ontbreken van een dak bijvoorbeeld. Niet die boven het veld, maar gewoon boven de stoeltjes. Enkel de hoofdtribune kent een overkapping. Door de hoogte van het stadion en met een beetje wind zullen de meeste toeschouwers daar echter weinig aan hebben als het regent. Dat doet het toch bijna niet in Barcelona, zul je zeggen, daar schijnt toch altijd de zon? Even de statistieken erbij: Barcelona heeft gemiddeld rond de 2500 zonuren en Nederland maar 1500. Maar de stad kent toch nog 100 dagen per jaar met (een beetje) neerslag ( in Nederland 132). In totaal was 2010 goed voor 720 mm neerslag, wat niet ver onder de 801 mm ligt die er gemiddeld over heel Nederland viel. (Zonne)schijn bedriegt dus. 
Verder vielen de klapstoeltjes op. Eenmaal uitgeklapt blijft er weinig beenruimte over. Gelukkig voor de Spanjaarden zijn ze ook gemiddeld wat kleiner dan de doorsnee Nederlander. 
Zin in een Catalaans broodje bal?
Ook de paden en de rondgang achter de tribune, zijn smal en onaantrekkelijk. Bepaald geen promenade. De catering in het Gelredome verdient een Michelin-ster als je het vergelijkt met wat ze in Camp Nou te bieden hebben. 
Daarnaast helpt het beperkt aantal toiletten je een flinke blaas te kweken. Als je in de rust nodig moet, loop je het risico het einde van de wedstrijd met een natte broek te eindigen. Maar gelukkig is het aantal uitgiftepunten van versnaperingen beperkt. En wat er niet ingaat, hoeft er ook niet uit. Nee, een kritische blik op deze voetbaltempel leert je je eigen thuishaven nog meer te waarderen. We hebben het nog niet zo slecht in Arnhem. Nou het voetbal nog…
De komende tijd staat de toekomst van ons Gelredome nadrukkelijk in de belangstelling. De veiling van het stadion zal begin november nog wel eens voor de nodige reuring kunnen zorgen. Er staat ons een getouwtrek over rechten, plichten, financiën en wat al niet meer te wachten. De club wil meer zeggenschap over het thuishonk, maar overheden willen vasthouden aan gemaakte afspraken, die dat in de weg staat. Dat wordt weer een langdurig gevecht, lijkt het. Merab Jordania heeft daarbij de knuppel in het hoenderhok gegooid, door te dreigen een nieuw stadion te laten bouwen. Een nieuw stadion met meer exploitatiemogelijkheden dan het Gelredome. Nog meer mogelijkheden? 
Laten we reëel zijn: Arnhem is een provinciestad. Een stad met een ambitieuze voetbalclub, dat wel. Maar ook een stad in een regio  waar in potentie zo’n 17.000 echte geel-zwarte supporters vertoeven. Dit aantal zat op de tribune bij de nacompetitiewedstrijden tegen degradatie een paar jaar geleden en lijkt daarom een goede graadmeter. In het gunstige geval dat de club echt meedoet bovenin en zelfs in Europa lijkt het plafond te liggen bij 35.000 toeschouwers. Clubs als PSV en Twente, die een veel grotere regionale uitstraling hebben, maken geen plannen voor uitbreiding tot Arena- of Kuipachtige omvang. Liever een vol klein stadion, dan een groot stadion dat half leeg is, zou ik zeggen. De inkomsten zitten voor de club niet in de verkoop van seizoenskaarten, maar zijn vooral gerelateerd aan de uitstraling. Een wachtlijst voor seizoenkaarten  doet dan meer goed dan lege stoelen op de tribune. 
Die groei naar 35.000 zitplaatsen is trouwens volgens deskundigen relatief simpel te realiseren. De hoeken van het Gelredome leveren in principe voldoende plaatsen op om bij dit aantal in de buurt te komen. Het zou het stadion tevens meer uitstraling geven. En mochten we, tegen mijn verwachting in, toch tot grotere hoogten stijgen, dan schijnt een extra ring technisch haalbaar te zijn. Het stadion blijft veel mogelijkheden bieden. Gelredome is nu al het boegbeeld van Arnhem, maar ook de prachtige thuishaven van Vitesse. En dat zou zo moeten blijven.
Je mag dus hopen dat afspraken uit het verleden geen garantie zijn voor belemmeringen en barrières in de toekomst. Bij de stad past een stadion met uitstraling. Een stadion dat past bij de ambities van de stad, maar zeker ook bij die van de club. Gelredome voldoet daar nu al ruimschoots aan. En wees eerlijk: we hebben toch al het meest comfortabele stadion van Nederland? Zelfs in Barcelona kunnen ze daar niet aan tippen. Een nieuw stadion in Arnhem? Kom nou…








donderdag 11 oktober 2012

Alles of niets


Het is al in de zesde minuut van de extra tijd als Ali Ahamada bij een vrije trap mee naar voren gaat. Zijn ploeg, Toulouse, staat op die zaterdagavond met 2-1 achter in de thuiswedstrijd tegen Rennes. In een uiterste poging om er toch nog een gelijkspel uit te slepen, stelt de doelman zich op aan de rand van het strafschopgebied. Hij wordt blijkbaar niet als een serieus gevaar gezien door de verdediging van de gasten, want als de vrije trap ter hoogte van de penaltystip belandt, staat Ali helemaal vrij. Hij kan de bal achteruitlopend nog net met zijn hoofd raken en het wonder geschiedt: de bal valt in de goal. Het stadion ontploft en Ali kan niet  meer stuk. Nooit meer! Over 100 jaar kent iedereen hem nog in Toulouse. De beste keeper die ze ooit gehad hebben. (http://www.youtube.com/watch?v=SMXbCWNy4ww)

Dit scenario is de ultieme droom van elke speler. Aan het eind van de wedstrijd alles geven en dan in de laatste minuut scoren. Of dat je als keeper de ultieme redding verricht vlak voor het laatste fluitsignaal. Je weet het dan al: je zult op een enorm voetstuk worden geplaatst.
Wie herinnert zich niet Piets fantastische redding in de slotminuten bij Utrecht. En iedereen was het er toen ook over eens, Vitesse heeft een geweldige keeper, sterker nog: Piet moet in Oranje, Piet is misschien wel de beste keeper van Nederland.
Of wat dacht je van dat het wonderschone hakje van Wilfried Bony in de laatste minuten van de wedstrijd tegen Feijenoord. Wat een feest was het op de tribune en wat een geweldige spits is die Ivoriaan. Geniaal! In de wedstrijd tegen Heerenveen werd dat beeld nog eens bevestigd door een glaszuivere hattrick. Die man maakt het verschil. De pers en de deskundigen op de tv vielen over elkaar heen om de man veren in zijn kont te steken. En wij supporters zijn dan de laatsten om dat tegen te spreken.

Maar is dat allemaal wel zo? Laten we ons niet te snel meeslepen in die feeststemming? Zien we het niet allemaal te zwart wit? 
Natuurlijk was het een prima redding van onze goalie daar in Utrecht. Maar daar staat hij ook voor. Hij stond, toevallig of niet, op de goede plek en kon zo een tegentreffer voorkomen en de overwinning veilig stellen. Je mag hem daarvoor best eventjes in het zonnetje zetten, maar we moeten wel op tijd ontwaken uit deze euforie en die prestatie wel weer even in proportie zien.
Om mij heen op Zuid zitten mensen die demonstratief de handen voor de ogen houden bij zijn spelhervattingen, lopen te schelden op het feit dat hij nooit van zijn doellijn komt en mopperen op zijn theatrale manier van coachen en tijdrekken. Het is een feit: Piet heeft ook zo zijn zwakke kanten.
Zelfs Bony moest het voor zijn doelpunt tegen Feijenoord geregeld ontgelden. Ook die zondagmiddag tegen de club uit Rotterdam-Zuid hoorde ik heel andere geluiden om me heen. Hondstrouwe medesupporters op de Theo Bos-tribune hadden geen goed woord over voor de nummer 9.
‘Hij kan geen bal vasthouden!’
‘Moet je hem nu weer zien schokken, het lijkt wel een ouwe lul!’
‘Gauw verkopen die vent!’
Ik heb de wedstrijd nog eens teruggekeken en eerlijk is eerlijk: voor die goal schopte Wilfried nog geen deuk in een pakje boter. Hij zette geen stap te veel en van geroemde balvastheid en aanspeelbaarheid was totaal geen sprake. Zijn enige verdienste, totdat bijzondere moment van klasse, was het feit dat hij altijd wel door twee, drie paar ogen in de gaten werd gehouden.

Maar in het voetbalwereldje is het vaak alles of niks. Wie herinnert zich Machlas nog in zijn eerste jaar bij Vitesse. Hopeloos, wat een miskoop. Een jaar later was hij de gevierde man.
Vorig jaar nog werd Alexander Büttner op het forum van de supportersvereniging nog met de grond gelijk gemaakt en vonden de ‘deskundigen’ hem te licht voor Oranje. Hij lacht zich nu in zijn vuistje.
Of andersom: wat dacht je van de gouden toekomst die Anduelle Pryor (wie kent hem nog) te wachten stond? Ajax klopte aan de deur. Nee, hij moest nog een jaartje bij Vitesse blijven, dan kon hij daarna naar een grote club in het buitenland. Alles lag voor die jongen open en het eindigde met niets. Zelfs Veendam wilde hem deze zomer geen contract aanbieden na een trainingsstage.
Piet en Wilfried worden nu door bijna alle media de hemel ingeschreven. En iedereen haast zich om dat te beamen. In het oog springende handelingen, goals en reddingen, zijn daarbij maatgevend. We verliezen dan de realiteit uit het oog en aangezet door diezelfde media blazen we de boel nogal op.

Laten we realistisch blijven. Zolang Piet zijn liefde voor de doellijn niet omzet in een lat-relatie en zijn spelhervattingen niet van meer inzicht getuigen, zal hij nooit in Oranje komen. En zolang Wilfried in het veld niet net zoveel arbeid verricht als zijn grote voorbeeld Didier Drogba, zal hij nooit die wereldspits worden, waar men hem nu al voor houdt. 

Je kunt dat met me eens zijn of niet, het is in ieder geval wel duidelijk dat Bony na de winterstop niet meer in het Gelredome te bewonderen zal zijn.
Maar niet getreurd, zijn opvolger draait al warm. Aan alles kun je zien dat Mike Havenaar een hele grote gaat worden. Voor een spits van zijn lengte is hij enorm balvast, snel, beweeglijk. Hij verdedigt mee, heeft inzicht en gogme en heeft rust aan de bal. Met het aanstaande vertrek van mister Cool zal Maiku Hafuna zijn kans krijgen... en pakken. Niet alleen ik ben daarvan overtuigd, maar ook Fred Rutten heeft dat al gezien. En dat zegt alles... of niets.