Over de schrijver

Mijn foto
is columnist bij Vitesse Inside. De artikelen van dit blog verschijnen ook daar. Contact: plusvite1892@gmail.com Facebook: www.facebook.com/plus.vite.39

donderdag 31 januari 2013

Wij-gevoel


‘Zo communiceren ze blijkbaar bij Vitesse’
Afgelopen week deed hij het weer. Ze zeggen in plaats van we. Zo op het oog begrijpelijk in dit geval, want als je via de media moet horen dat de ambitie van de club een plaats bij de bovenste vier is, is dat op zijn minst opmerkelijk te noemen. Maar Fred heeft daar wel vaker last van, praten over Vitesse in de derde persoon meervoud. Bij Vitesse hebben ze… Bij de club doen ze….. Hij doet het niet als hij het over de jongens, het team heeft. Dan is het wel wij. En niet alleen: we hebben fantastisch gespeeld, maar ook we hebben te weinig laten zien. Dat siert hem.

Misschien is het ook niet vreemd voor iemand die pas een half jaar bij de club werkt om nog geen wij-vorm te gebruiken. Het is ook niet in eerste instantie zijn club, het is voornamelijk zijn werkgever. Trainers zijn net als spelers meestal passanten. Ze verbinden zich voor korte of langere tijd aan een club. En clubgevoel is iets wat wortel moet schieten, moet groeien. Het komt vanzelf, maar heeft tijd nodig. Het ontbreken van dat wij-gevoel is hem voorlopig dus vergeven, maar jammer is het wel.

Want wat ontbreekt er nog bij Vitesse, waarom blijft het stadion zo leeg. Waarom brandt er bij mij ook nog geen heilig vuur. Ondanks de dip mogen we toch best tevreden zijn over de prestaties van het eerste elftal. Cultuurdrager Theo is terug. Jongens van de eigen club zijn de voortrekkers in het team. En toch ontbreekt er iets. Maar wat? Dat wij-gevoel?

In Amsterdam, Rotterdam, Eindhoven en Enschede zitten de stadions vol. Ook in Heerenveen is het stadion meestal uitverkocht. Bij de laatste drie clubs is dat nog wel enigszins verklaarbaar. Los van de goede prestaties op het veld, hoewel dat in Friesland nu even anders loopt, is de binding met de regio van groot belang. Het stadion van Heerenveen telt bijna net zoveel plaatsen als de stad inwoners heeft, maar uit heel de provincie komen de mensen voor het ultieme Friese gevoel. Hier zijn ze weer onder elkaar, dat zijn ze niet meer in het Thialf. Dat is voor de Hollanders.
Ook in Twente en Brabant is de band tussen club en regio vele malen belangrijker dan in Arnhem en omstreken. Er is hier geen Gelders gevoel, geen regionale saamhorigheid. Het zijn vooral de Ernemmers die binding voelen met de club. Doetinchem en Nijmegen liggen te dichtbij. Ergens bij Elst en Zevenaar ligt al de natuurlijke scheidslijn tussen clubs. Daarachter valt niets te halen.
In Amsterdam en Rotterdam ligt dat anders.  Die steden zijn groot genoeg om zichzelf te bedruipen. Toch is er wel een verschil. Veel Ajax-supporters deinen mee op de golven van succes, maar haken af als de club het een tijdje minder doet, zoals in het begin van deze eeuw. Bij Feijenoord-supporters zagen we enige tijd geleden het tegenovergestelde. Financieel zat de club bijna aan de grond en het wilde maar niet lukken om het team aan het spelen te krijgen. Ondanks alle kritiek stroomde de Kuip vol supporters en haast over van clubliefde. Bijna op zijn Engels.

Toch verklaart dit maar voor een gedeelte het Arnhemse probleem. Een andere belangrijke factor is volgens mij het ontbreken van een aansprekende voortrekker. Iemand die de club naar buiten toe vertegenwoordigt, die de ziel blootlegt, die de club uitstraling geeft. Een verbindende factor, een voortrekker, een messias van het wij-gevoel.
In Rotterdam zijn Cor Kieboom en Guus Couwenberg bijna heilige namen. In Amsterdam spreken ze met respect over vader en zoon van Praag, in Heerenveen over Riemer van der Velde, in Eindhoven over Harry van Raaij en in Enschede is het Joop Munsterman die bij de supporters het Twente-gevoel voedt.
Vitesse mist zo’n pleitbezorger, zo’n charismatisch persoon, zo’n clubman pur sang. We hadden hem ooit in huis en wat je ook van hem mag vinden, Karel Aalbers gaf de club een ziel. Hij was de vertolker van dat geel-zwarte wij-gevoel. Hij liet het stadion al volstromen voor het afgebouwd was en was er debet aan dat dat de eerste jaren van het Gelredome bij elke thuiswedstrijd het geval was.

Ik ben blij met Merab, laat dat duidelijk zijn. Hij heeft de club tenslotte behoed van de ondergang. Maar hij kan zich nog lang niet scharen in het bovengenoemde rijtje. Daarvoor zal hij toch meer uit zijn schulp moeten kruipen, zich meer moeten laten zien. Als hij een vol stadion wil of zelfs een groter stadion, dan zal hij meer moeten investeren dan alleen geld. Hij moet meer naar buiten treden. Hij en niemand anders kan bij de supporters weer dat heilige vuur laten branden door het dan over wij te hebben.. Dat zou mij een goed gevoel geven.

donderdag 17 januari 2013

Kan Niet Verstandig Besturen


Hoe meer ik er over nadenk, des te bozer ik word. Eigenlijk ben ik kwaad. Nog beter: woest!

In het begin was er gelatenheid. Zoiets van: typisch Vitesse. De afgelopen tien jaar hebben we al veel van dit soort akkefietjes gehad. Later was er de irritatie over hoe het zover heeft kunnen komen. Vervolgens de ergernis over wie er schuld aan dit alles heeft. En nu dus de kwaadheid. Kwaadheid over de oplossing.
We moeten naar Emmen. Voor een ‘thuis’wedstrijd. Wie kan er op tijd in het Univé-stadion te zijn? Wie van ons is op tijd terug om zich uitgeslapen om zeven uur weer bij zijn baas te melden? Wie van ons voelt zich thuis daar op het veen? Hoezeer ik de mensen daar in Drenthe een topwedstrijd ook gun, hij had er nooit gespeeld moeten worden. Het is een noodgreep, dat begrijp ik, maar wat ben ik er woest over.

In het dagelijks leven werk ik met mensen. En één van de eigenschappen die ons menselijk maakt is dat we fouten maken. Van fouten kun je leren. Er is geen schaatser die zonder vallen het kunstje heeft geleerd. Hoewel ikzelf ook in eerste instantie op zoek was naar de schuldige om daar mijn frustratie op bot te vieren, ga ik nu maar uit van een principe dat ik op mijn werk altijd hanteer en anderen voorleg: het gaat niet om de fout, maar om hoe je het oplost.
Het is een principe waar je veel meer energie van krijgt dan dat het je kost. Je gaat uit van het positieve. De ‘schuldige’ en de gedupeerde gaan samen op zoek naar een oplossing waar beiden een goed gevoel over hebben. Uiteindelijk is iedereen tevreden en heeft het ook nog eens een meerwaarde gekregen: je hebt iets samen tot stand gebracht.

Zie hier nu onze verheven KNVB. De Koninklijke bond die het voetbal tot grote hoogte moet verheffen. Die in het belang van clubs, voetballers en supporters maatregelen moet nemen. Een organisatie die het maatschappelijk belang van het spelletje ook altijd wil benadrukken. En de rol die de sport speelt voor Jan en alleman.

Jan met de pet op de tribune is blijkbaar iemand anders. Die telt blijkbaar minder mee. Die mag je rustig een thuiswedstrijd afnemen door hem elders te laten spelen. En de club geef je dan de opdracht om zelf die andere plek uit te zoeken. Da’s toch aardig? O ja, kun je niks vinden omdat andere clubs of gemeentes niet meewerken, dan lig je er uit. Tja, zo zijn de regels.
Een andere datum dan? Is tegen de regels. Wedstrijden verschuiven? Is tegen de regels. Dan maar de wedstrijd omdraaien? Is ook al tegen de regels. De bond die het belang van het voetbal moet bewaken is geen bond die wil meedenken. Het is een clubje dat zichzelf blijkbaar heel belangrijk vindt en zich daarbij makkelijk verschuilt achter regelgeving en protocollen. Regels zijn regels is het devies. 

Natuurlijk moeten er regels zijn. Niemand zit te wachten op anarchie. Maar bedenk wel dat het altijd de omstandigheden zijn die maken hoe je ze moet toepassen. Jeroen Dijsselbloem, beoogt voorzitter van de Eurogroep en straks dus de grote man op financiën binnen Europa, stelt zelfs de heilige 3%-norm aan de orde, omdat de situatie zo uitzonderlijk is. Handel altijd in de geest van de wet, nooit naar de letter. De geschiedenis heeft dit al vaker duidelijk gemaakt. Maar ja, als je de afkorting KNVB anders invult, begrijp je dat deze wijsheid als parels voor de zwijnen is.

donderdag 10 januari 2013

Naar de top


Ook columnisten hebben soms een winterstop. Net als veel voetballers zoeken ze dan zonnige oorden op. Een leuke aanbieding verleidde me dit jaar om voor een weekje naar Dubai te vliegen. En ondanks de vele hoogtepunten in dat golfstaatje kon ik het niet laten om toch even met een voetbalbrilletje te kijken.
Voetbal is zeer populair in de Verenigde Arabische Emiraten. Er zijn in totaal 21 voetbalclubs, waarvan er twaalf op het hoogste niveau spelen. Vijf daarvan spelen in Dubai. Vijf clubs met een rijke geschiedenis, waarbij dat rijke vooral op de financiële mogelijkheden slaat. Maar voetbal is volgens zeggen dan ook zeer populair in Dubai. Er wordt enorm veel geïnvesteerd in het spelletje. Toch blijven de stadions leeg. Op zich niet vreemd: maar 10% van de ruim twee miljoen inwoners van het land is autochtoon en daarvan is maar de helft van het mannelijk geslacht en niet allemaal voetbalfan. De rest is dat zeker niet. De gastarbeiders uit India en Pakistan vinden voetbal maar een minderwaardige sport. Hockey staat in veel hoger aanzien, maar met name cricket is populair. Uiterst vreemd om te zien dat veel kinderen, maar ook volwassenen, op braakliggende terreintjes net zo met een bat en wickets in de weer zijn, als dat bij ons met een voetbal gebeurt. Ook de Maleisische, Filipijnse en Indonesische werknemers in het emiraat laten voetbal maar aan de Arabieren.
Dat de liefde voor het spelletje verder gaat dan de landsgrenzen bewijst Sjeik Mansour Al Nahyan, de eigenaar van Manchester City. Of het nu gaat om een voetbalgekke sjeik, een langetermijn investering van zijn Abu Dhabi United Group of dat het maar gewoon een duur speeltje is (de club kostte hem al meer dan een miljoen per dag!), is nog steeds niet duidelijk. Ik zag in Dubai een interview met hem op tv. Een aardige rustige man van voor in de veertig. Maar of hij los van zijn geld iets bijdraagt aan het voetbal? Geef mij Merab maar.

In Dubai kan iedereen de top halen
Dubai lijkt in ieder geval wel het Mekka voor de voetballer. Je moet daar minstens eenmaal in je leven zijn geweest. Niet om daarna verlicht terug te komen, maar wel verrijkt. Net als bij de clubs van de andere kleine golfstaatjes, kun je daar in korte tijd goud verdienen. Men heeft er daar kapitalen voor over om zich te profileren met bekende namen uit de voetbalwereld. Noem ze maar op die daar hebben gespeeld of als trainer hebben gewerkt: Maradonna, Cannavaro, Quaresma, Traoré, Luca Toni, Philip Cocu, El Ahmadi, Henk ten Cate. Meestal aan het eind van hun carrière en meestal niet echt om het voetbal, want hier kun je alleen letterlijk de top halen.
Dubai is van de golfstaten favoriet vanwege het in de praktijk wat minder strakke islamitische bewind en de glitter en glamourwereld van het golfstaatje. De upper ten en de beroemdheden van de wereld hebben zich daar verzameld op een kunstmatig palmeiland en in de megagrote shoppingmalls. Zien en gezien worden en het liefst in een onbetaalbare Ferrari, Rolls of Bugatti. Uitgaan is er geen probleem en zelfs alcohol is er in de clubs en betere hotels en restaurants verkrijgbaar. Alle dagen mooi weer en als het te heet wordt, ligt de competitie stil en ga je lekker zwemmen of shoppen, maar ook skiën en schaatsen kan daar in de woestijn. Wat wil je nog meer?

Je kunt er natuurlijk als voetballer ook een tweede huisje kopen zoals David Beckham of Christian Panucci of gewoon de winterstop doorbrengen met je familie of vrienden zoals Gregory van der Wiel of Jethro Willems. Zelfs voormalig Ajax-talenten Khalid Salim El Abed en jeugdinternational Ouasim Buoy (nu uitgeleend door Juventus aan Brescia) gaan even voor vijf dagen op en neer om te shoppen en te stappen. Ik zat de vlucht terug naast ze in het vliegtuig en heb even kunnen proeven in welke wereld deze 19-jarige jongens leven. Ik weet het niet …..

Ook kun je daar natuurlijk op trainingskamp. HSV is daar op dit moment. Fijn voor Raf dat hij even de media kan ontvluchten na zijn akkefietje met Sil. Toevallig is er ook een sportcongres waar ook voetbalmakelaars aanwezig zijn (Rob Jansen kreeg er een oeuvreprijs, ja, ja!) En laat nu ook Erwin Kasakowski volgens zeggen in Dubai zitten. En Jeffrey Bruma…..