Over de schrijver

Mijn foto
is columnist bij Vitesse Inside. De artikelen van dit blog verschijnen ook daar. Contact: plusvite1892@gmail.com Facebook: www.facebook.com/plus.vite.39

dinsdag 13 december 2016

Gezhang

Jammer dat we niet met kerst spelen. Net als in Engeland. Daar moeten op tweede kerstdag de heren gewoon de wei in. Boxing day noemen ze dat. En de stadions zitten vol. Maar ik denk dat het in Nederland wat minder gewaardeerd zou worden. Hoe belangrijk de wedstrijd ook is, de kerst is voor de familie. Terecht, zou je kunnen zeggen, maar ook jammer. Want hoe mooi zou het zijn als we  juist met kerst zouden kunnen zeggen: ‘A star is born!’

Ik denk dat er al heel wat liefhebbers gezien hebben dat er een groeibriljantje rondloopt bij Vitesse. Een speler die het wel eens ver zou kunnen schoppen. De supporters voelden het afgelopen zondag al goed aan: er kondigt zich een verlosser aan. Een voetballer die het verschil kan maken. Het roepen en zingen van zijn naam maakte duidelijk dat men grote verwachtingen heeft van deze jongeling. En ik denk dat dat terecht is.

Hoewel afgelopen zondag Ricky van Wolfswinkel door zijn doelpunt de gevierde man was, was het toch eerder Yuning Zhang die Vitesse op sleeptouw nam. De jonge Chinees liet naast een enorme inzet vooral ook voetbalgogme zien. Slim draaien, kappen, de bal afschermen. Altijd aanspeelbaar en oog voor de tegenstander en medespeler. Balvast en slim in de passing. En steeds ook met een oog op de goal.
Zhang heeft er nooit een geheim van gemaakt er alles voor over te hebben om te slagen in Europa als voetballer. Die intentie hebben er natuurlijk meer, maar zijn verhaal maakt duidelijk dat in zijn geval we die uitspraak meer dan serieus moeten nemen.

Als klein jongetje werd hij van zijn ouders gescheiden om op een voetbalschool in China, maar ver van het ouderlijk huis, zijn talent te ontwikkelen. Als veertienjarige kwam hij reeds naar Arnhem voor een oefenstage. Zijn doel was toen al duidelijk: hier wil ik slagen. Als je dan op je 18de een contract krijgt aangeboden, dan grijp je dat met beide handen aan. Ondanks het feit dat je weer ontheemd zou raken, niet alleen van ouders en familie, maar ook van je eigen cultuur. Niets in Nederland is zoals in China. Dan moet je als jong broekie wel erg stevig in je schoenen staan en er alles voor over hebben om je ideaal te verwezenlijken. Die eigenschappen maken het verschil.
Zhang heeft talent, goede lichamelijke eigenschappen en een fantastische mentaliteit. Iedereen voelt wel dat hier een bijzondere speler geboren gaat worden. De vraag is alleen wanneer. En hoe snel dat ook door de technische staf wordt onderkend. Zhang zal de tweede competiehelft het verschil kunnen maken, als hij de kans krijgt. Ook in combinatie met van Wolfswinkel. Juist tegen een ploeg in vorm als Feijenoord, lijkt me dat zaterdag zelfs de beste combinatie. En hoe mooi zou het zijn als Yuning er dan zondag wel een heel mooie geel-zwarte kerst van kan maken.


Aan de supporters zal het niet liggen. Zoals die zich zondag hebben laten gelden verdient meer dan lof. Ondanks een draak van een wedstrijd bleven ze op Engelse wijze de ploeg steunen. En met de ultieme beloning! Ik wil niet zeggen dat zij de overwinning hebben binnengezongen, maar hun steun zal ongetwijfeld hebben bijgedragen aan het succes.
Ook in de Kuip weten ze als geen ander dat vierkant achter je ploeg staan punten kan opleveren, dus hoop ik zondag op een net zo levendige Ernumse aanhang. En wie weet, klinkt er aan het eind van de avond opnieuw vrolijk gezang uit de Vitesse-kleedkamer.

dinsdag 29 november 2016

Banaan

Zaterdagmorgen. Tweeëntwintig kleine mannetjes op een voetbalveld, die allemaal enthousiast achter een bal aanrennen.  Zonder tactiek en vaak ook zonder techniek. Trotse ouders die lachend langs de kant staan. Een enkeling die denkt met vloeken en schelden het niveau te kunnen verbeteren. Wie kent het beeld niet? Wie is niet zelf zo’n ouder geweest? Of zo’n jongetje?

Ach, met voetbal heeft het nog niet veel te maken. Het is het spelplezier waar het om gaat. Lekker buiten sporten met een stelletje vriendjes. Plezier hebben. Als je wint dan is het feest en verlies je… ach, volgende week beter. Er hangt natuurlijk ook niks vanaf.

Hoe anders is het bij de grote jongens. Bij hun staat er heel wat op het spel. Elk resultaat heeft gevolgen voor de uitstraling en de portemonnee van de club. Er moeten resultaten geboekt worden, punten gehaald, geld verdiend. Alles in het teken van prestatie.

Natuurlijk moet je als eredivisieclub aan de bak. Goede trainingsaccommodatie, mooi stadion, goede staf, prima jeugdopleiding. Niks mis met de infrastructuur. Als de prestaties goed zouden zijn, dan zou iedereen trots zijn op zo’n club. Maar het is nu even anders. Die prestaties blijven uit, de publieke belangstelling neemt af, veel kritiek. Het woord crisis valt met zekere regelmaat. Iedereen zoekt een middel om uit de impasse te raken. En dat middel is zo simpel. Een paar wedstrijden overtuigend winnen en iedereen loopt weer de polonaise. Zo gaat dat in het voetbal.


Makkelijk gezegd, een paar wedstrijden winnen. Hoe krijg je dat voor elkaar? Misschien moet er weer eens gekeken worden bij de jongste jeugd. Weer even zien waar en vooral hoe het allemaal begon.

Voetbal is een wetenschap geworden. Alles wordt beredeneerd, in concepten verpakt. Tactische analyses en prognoses worden op de spelers losgelaten. En eigenlijk wordt daarmee voor een gedeelte het talent van het individu beperkt. Iedereen moet zich schikken naar het masterplan van de coach en de club. Iedereen moet in de organisatie spelen, iedereen moet zich aan de afspraken houden. Het keurslijf zit heel strak.
Je zult hier niemand over horen klagen als de punten binnenstromen. Als de resultaten de verwachtingen overtreffen, is iedereen zelfs trots op het concept. Terecht! Als het werkt, dan is het goed. Maar wat als het niet werkt?

Terug naar de bron, zei ik dus. Terug naar waar het allemaal mee begon: spelplezier. Schop die bal naar voren en rennen maar. Onorthodox, kip zonder kop, hotsknotsbegonia, het maakt me niet uit hoe je het noemt. Maar als niets anders werkt, dan maar zo. Je zag het zaterdagavond nog: een bal in de diepte op Rashica, een passeerbeweging, afleggen en goed afmaken door Tighadouini. Je merkte het ook gelijk op de tribunes, dit willen we zien. Iedereen ging er weer achter staan, er werd weer even gezongen en met vlaggen gewapperd. Hoe simpel kan het zijn?


Niet dat elke lange bal naar voren een doelpunt zal opleveren, maar het schept verwarring bij de tegenstander. Die gaat ervan uit dat Vitesse altijd vanuit de organisatie voetbalt. En dat is nu zo voorspelbaar. En door het trage spel is er ook alle tijd om je daarop in te stellen. Tijd dus om het roer eens om te gooien. Zorg voor een solide verdediging en gooi dan die bal eens wat vaker gewoon in de diepte. Snelle jongens op de flanken, opkomende backs.  Zorg voor enthousiasme, dat wordt zo overgenomen op de tribunes. En dan gaat het maar tien keer zonder resultaat. Nummer elf is dan een doelpunt en is het feest in het stadion. Ik zie het al helemaal voor me. Dus: gaan met die banaan!

dinsdag 15 november 2016

Winst

Waar moet ik het over hebben? Voor het eerst in ruim vier jaar columns schrijven komt er niet als vanzelf een onderwerp boven drijven. Voor het eerst hoef ik geen keuzes te maken over waar ik het over wil hebben. Ik weet niet wat me overkomt. Wat is er aan de hand?

Natuurlijk kan ik het over de laatste wedstrijd hebben. Over de speelwijze, het gebrek aan scorend vermogen. Ik kan het hebben over het feit dat de plaats op de ranglijst en het talent van de  spelersgroep niet met elkaar te rijmen is. Of dat de nieuwe trainer de winnaarsmentaliteit, die hij zelf als speler had, maar niet over kan brengen op zijn team. Ik kan het daar allemaal over hebben, maar dan ga ik herhalen wat velen al hebben gezegd en geschreven.

Ik hoef niet nog eens te benadrukken dat de grijze middenmoot niet de plek is waar we een club als Vitesse zouden verwachten of dat de jongens ver onder hun kunnen presteren. Het enige wat we bereiken als we maar blijven mopperen en zaniken is dat we gaan doemdenken, dat we alles nog zwarter maken dan het is. En met zwart maken moet je tegenwoordig al oppassen, laat staan met nog zwarter.

Maar even niet schrijven over het keurkorps. Maar even laten rusten. Misschien gaat het straks vanzelf beter. Hoe vaak hebben we al niet gezien dat de prestaties tijdens de eerste competitiehelft niet te vergelijken zijn met die van de tweede. Feijenoord ging dit seizoen goed, maar nu lijkt de klad erin te komen. PSV stond een aantal jaren geleden in januari nog op een kansloze plaats en werd uiteindelijk toch nog kampioen. Ooit stonden wij bijna bovenaan tijdens de winterstop, om aan het eind van de rit toch met lege handen te staan. Het kan verkeren. En veel slechter dan nu kan het niet gaan, denk ik dan maar.

Maar ik zou het in deze column bijvoorbeeld over de beloften kunnen hebben, over de ontwikkelingen bij de jeugd. Over het aantrekken van clubmensen als jeugdtrainers, die het Vitesse-gevoel een extra impuls moeten geven. Ik zou het kunnen hebben over de langzaam maar zeker steeds beter wordende financiële situatie van de club. Over de sponsoren die aangetrokken worden, over contacten in China, die op termijn wel eens hele zoete vruchten zouden kunnen opleveren. Ik zou het kunnen hebben over Joost de Wit, over Mohammed Allach, over het bestuur en de andere bobo’s. Maar dat doe ik niet. En waarom niet?
Opdruk T-shirt Okimono (http://shop.okimono.nl/index.php/tshirts/skyline-026hollywood-aan-de-rijn-ronde-hals-detail)


Nog niet zo lang geleden was Vitesse bijna dagelijks in het nieuws. Steeds was er wel wat, altijd was er reuring. Journalisten verkneukelden zich als ze naar Arnhem mochten. Kijken of er nog meer lijken in de kast te vinden waren. En die tijd lijkt voorbij.

De rust schijnt teruggekeerd bij Vitesse. Het gaat weer goed met de club. De organisatie staat als een huis, de leiding van de club is nauwelijks meer aan verandering onderhevig en het enige waar journalisten, maar ook wij natuurlijk, zich druk over kunnen maken zijn de prestaties op het veld. Het is wel eens anders geweest en dat is winst. Nu dat laatste stapje nog.

maandag 31 oktober 2016

Gezeik

Je kent dat wel: de natte pies. Bijna niks gedronken en toch de hele tijd moeten plassen. En bepaald geen druppeltjes. Het lijkt wel of je op zo’n moment je hele lichamelijke watervoorraad kwijt moet. En aangezien we uit ruim 70 % water bestaan, kan ik met mijn 85 kilo wel even wat lozen. Thuis zou dat niet zo erg zijn geweest, je gaat wanneer je moet en zet de tv op stand-by. Zelfs tijdens het voetbal, je wilt toch niks missen?

Zaterdagavond was zo’n avond. Ik moest de hele tijd. Tribune af, trappetje af, hup, daar stond ik weer. Ik kon de wedstrijd natuurlijk niet even op stand-by zetten, maar ach, na de 0-1 zou ik toch niet veel missen. Helaas.

Op weg naar het toilet kwam ik een groepje mannen tegen op de promenade. Ze stonden bij een paal met een potje bier in de hand. Duidelijk supporters. Vitesse-shirtje aan, das om, petje op. Waarschijnlijk even een pilsje pakken om de vroege achterstand te verwerken. Even lekker zeiken over de wedstrijd. Uiterst relaxed stonden de heren met elkaar te ouwehoeren, zonder ook maar een blik op één van de schermen te werpen. De handelingen op het veld waren blijkbaar even niet belangrijk. Een beetje begrijpen kon ik dat wel.


Toen ik voor de rust alweer moest, stonden ze er nog steeds. Dezelfde geïnteresseerde gesprekshouding en nog steeds schijnbaar onverschillig wat betreft de wedstrijd. Ook wat verder op de promenade stonden groepjes mannen geanimeerd met elkaar te kletsen. Vreemd. Hoewel, het was me wel vaker opgevallen dat er tijdens de wedstrijd gewoon mensen op de promenade staan te praten. Misschien ging ik er wel vanuit dat het medewerkers waren, of EHBO-mensen of zo. Mensen die blijkbaar minder interesse in voetbal hebben en er zijn om hun ding te doen. Maar niets bleek minder waar. Het waren echte supporters die daar stonden. Daar kon geen misverstand over bestaan.

De tweede helft ging het mij niet beter af, nog steeds liep de blaas vol. Kwam het door de asperges uit blik, de komkommer of was het de appelazijn in de sla? Ach, wat maakt het ook uit, het schijnt goed te zijn voor je lichaam. Detox of zo.
Terwijl ik de trap afliep, zag ik de heren alweer staan. Nog steeds met bier in de hand, waarschijnlijk niet hetzelfde potje als voor de rust en nog steeds lekker aan de klets. Ook de heren verderop waren er nog. En om het verhaal compleet te maken, ook bij mijn vierde toiletbezoek vulden zij de promenade alsof het een receptie was.

Ik ben te beleefd of niet moedig genoeg om het gesprek van de heren af te luisteren. Dus waar ze het over hadden, ik heb geen idee. En echt belangrijk of interessant zal het ook niet geweest zijn. Toch vind ik dat vreemd, een seizoenkaart kost niet niks en om dan juist tijdens de wedstrijden lekker met elkaar te beppen. Ik snap het niet.

Maar ik heb zo de indruk dat als het Vitesse wat meer voor de wind gaat –en daar ben ik van overtuigd- ook deze heren hun seizoenkaart weer gaan gebruiken waarvoor ze hem in eerste instantie hebben aangeschaft. Dan zal de promenade leeg zijn op de medewerkers na. Ik hoop alleen dat ik dan geen last meer heb van de natte pies om dat te kunnen controleren. Dan wil ook ik niks missen van wat er op het veld gebeurt.

dinsdag 18 oktober 2016

Derby

Zondag is het weer zo ver. De derby. Onze derby, wel te verstaan, want er zijn er wel meer in de eredivisie. De derby van het noorden, de Brabantse derby, dit jaar zelfs weer de Rotterdamse stadsderby tussen Sparta en Feijenoord. Dat er daar nog een stadsderby is, gaat meestal aan ons voorbij. Feijenoord tegen Excelsior wordt zelden een derby genoemd. De belangen van de twee clubs zijn teveel vervlochten en het is vaak ook een wedstrijd van David tegen Goliath. Bovendien leeft het derbygevoel daar niet.

Nee, neem dan de derby van het oosten. Misschien wel de meest aansprekende van heel Nederland. In ieder geval in Arnhem en Nijmegen vinden ze dat. De derby leeft. Ook tussen de twee steden zelf is dat te merken, maar het uit zich wel het duidelijkst bij de supporters van de plaatselijke voetbalclubs. Soms is de afgunst zelfs zo groot dat een nederlaag van de ‘vijand’ nog meer op prijs gesteld wordt dan de eigen overwinning. En ach, zo lang het maar niet uit de hand loopt, hoort het erbij, zullen we maar zeggen.


Zondag krijgt de rivaliteit een bijzonder aspect. De verloren zoon keert terug in de Goffert. Maar wel in het geel-zwart. En dat is een bijzondere gebeurtenis, waar Navarone Foor de hoofdrol bij zal spelen. De publiekslieveling die het gewaagd heeft om over te lopen naar de aardsvijand. Maar het moet gezegd worden, het is opvallend rustig gebleven in Nijmegen tijdens en na zijn overgang naar Arnhem. De vraag is alleen of dat zondag ook zo zal zijn.

Natuurlijk zal een fluitconcert zijn deel zijn als hij het veld betreedt. En natuurlijk zal dat ook het geval zijn als hij aan de bal komt. Maar Navarone zal er op voorbereid zijn. Als je het aandurft om als kind van de club de overstap te maken naar de gehate club uit Arnhem, zul je waarschijnlijk ook niet bang zijn voor de consequenties. De vanzelfsprekende consequenties.

Ik moet zeggen dat ik erg benieuwd ben of (een deel van) de harde kern van NEC zich zondag ook zo rustig houdt. Een kleine groep rauwdouwers heeft al vaker laten zien niet terug te deinzen voor acties die veel te ver gaan. Zowel het clubbestuur van NEC als de ordehandhavers in Nijmegen zullen zich daar ongetwijfeld  ook bewust van zijn. Daarbij hoop ik dat onze supporters zich niet zullen laten verleiden tot een ondoordachte reactie op eventuele ongepaste acties van de Nijmeegse aanhang. De verantwoordelijken in ODW zullen er zelf wel raad mee weten.


En er is trouwens maar één goede manier om die gasten stil te krijgen en excessen te voorkomen en dat moet op het veld gebeuren. Het beste antwoord op provocaties kan Navarone zelf geven. Met zijn voeten. En zo zorgen dat de tribunes het zwijgen wordt opgelegd. Laten we hopen dat hij het stadion, net als vorige seizoenen vaak het geval was, plat zal spelen.