Het wordt al een beetje een gewoonte.
De applausminuut. Als er respect moet worden getoond voor een bijzonder voorval
of persoon, dan wordt er een minuut geselecteerd waarop men van de toeschouwers
verwacht dat ze die klappend zullen vullen. De MH 17de minuut, de vierde minuut
van Theo Bos en David di Thomaso, de veertiende van Johan Cruijff, je kent ze
wel. Kleine momentjes van respect en
saamhorigheid.
Woensdag zal
er weer zo’n moment zijn. Er is gelukkig niemand dood of ernstig ziek, er is
geen vliegtuig neergestort of een aanslag gepleegd. Nee, het is een
applausminuut voor onze aanvoerder, mister Arnhem, Guram Kashia. De Georgiër is
razend populair onder de supporters en die vinden zijn gedwongen plaats op de
reservebank onterecht en respectloos. Daarom is er de oproep aan de
supporters
om tijdens de 37ste minuut op te staan en een minuut lang te
applaudisseren om hem een hart onder de riem te steken en de technische staf te
dwingen om hem zijn plek in het elftal terug te geven.
In mijn
jeugd werd er op het trapveldje achter mijn huis in het Broek altijd
gevoetbald. Fanatiek werd er gespeeld op het veld vol met kuilen en gaten. Je
eer stond altijd op het spel, al ging het verder natuurlijk nergens om. Maar
wat kon je kwaad worden als je moeder je voor het eten binnenriep of nog erger,
dat ze meldde dat het bedtijd was. Altijd was dat op een cruciaal moment in de
wedstrijd en kon je niet gemist worden. Mijn moeder was een hartelijke, lieve
vrouw, maar ook duidelijk in haar regels. Wat ik ook probeerde om een
verlenging af te dwingen, het lukte me zelden. Sterker nog, hoe harder ik
schreeuwde en eiste dat ik nog even moest
blijven voetballen, hoe kleiner de kans werd dat ze wat coulanter zou worden.
Dat is
precies wat er ook woensdag gaat gebeuren. Natuurlijk zal Guram de steun van
het publiek waarderen, maar een basisplaats zal hij er niet mee terug krijgen.
Integendeel, de kans daarop zal er alleen maar kleiner door worden. Hoe harder
er geschreeuwd wordt dat iets moet,
des te kleiner is de mogelijkheid dat het ook daadwerkelijk zal gebeuren. Dat
was zo bij mijn moeder en dat is zeker zo bij voetbaltrainers. Door stug vast
te houden aan de eigen ideeën laten ze zien dat ze niet zwichten voor druk van
buitenaf, hoe terecht die misschien ook is. Trots speelt daarbij een grote rol.
De kans bestaat dus dat Maas nu niet meer overweegt Kashia op te stellen,
terwijl hij dat misschien wel in gedachten had. Aan de andere kant moet ook
gezegd worden dat vasthoudendheid en geloof in eigen kunnen ook eigenschappen
zijn die het verschil kunnen maken tussen een goede en een slechte trainer.
De
applausminuut voor Kashia zal dus niet het gewenste effect bij Maas opleveren.
Hij zal vasthouden aan zijn huidige centrale duo. En daar is wat voor te
zeggen. Die jongens doen het best goed. Verdedigend doen ze in elk geval niet
onder voor Guram. Geen reden dus om mee te klappen, toch?
Wel degelijk
zal ik woensdag meeklappen. Ook ik zie hem liever in de basis. Zijn
leiderscapaciteiten worden duidelijk gemist en zijn coachende kwaliteiten
betekenen een meerwaarde voor de tieners in het elftal. Maar daarnaast, of
misschien wel in de eerste plaats, klap ik voor de mens Guram Kashia. Ik kan me, misschien op Theo Bos
na, geen voetballer bij Vitesse herinneren die zo uitgesproken zijn ziel en
zaligheid aan de club verbond. Een persoonlijkheid die mensen verbindt en
saamhorigheid kweekt. Dat is wat we nodig hebben bij Vitesse. Dat is wat het
voetbal nodig heeft.
Sterker nog:
onze huidige maatschappij heeft juist nu dringend behoefte aan dit soort
mensen. En die horen in de schijnwerpers te staan. In dit geval op het veld
dus!