Zijn we bijna uit de
ene crisis, dan kondigt een andere zich al aan. Heel Nederland is weer in rep
en roer. Hoe moet het met ons landje? Leuk dat het beter gaat met de economie, dat
de huizenmarkt aantrekt en dat de werkloosheidscijfers weer de positieve kant
op gaan. Fijn dat het begrotingstekort terugloopt, de politiek weer perspectief
ziet en de mensen weer meer gaan uitgeven. Maar wat moeten we komende zomer?
Wat doen we als iedereen in juni naar Frankrijk trekt?
Het moest er wel van komen. Als we objectief naar het
Nederlandse voetbal kijken, dan is uitschakeling in de voorronde van het EK
eigenlijk geen verrassing. Maar ja, het is als met een ernstige ziekte, je
blijft hoop houden. Je blijft geloven in een goede afloop en bent geneigd de
waarheid te verstoppen.
Maar wees eerlijk. Het Nederlandse voetbal zit
internationaal gezien al een tijdje in het slop. Met veel geluk mag een enkele
club overwinteren in Europa, maar de meeste Europese aspiraties van onze vaderlandse
BVO’s sterven een vroegtijdige dood. Nederland telt al jaren niet echt meer mee
in Europa. Een enkele club teert, wat uitstraling betreft, nog op vroegere
successen. Maar zoals ook bij financiƫle producten het geval is, geldt ook hier
dat resultaten uit het verleden geen garantie voor de toekomst bieden.
Die vergelijking is niet voor niets gekozen. Het zijn met
name de financiƫn die het Nederlandse voetbal de das om doen. De inkomsten van
de clubs in de grote competities staan in geen verhouding tot die in Nederland.
Alleen al de televisiegelden die Manchester United per seizoen opstrijkt (71,2
miljoen) zijn al meer dan de hele begroting van Ajax (65 miljoen). Excelsior bijvoorbeeld,
zou met hun huidige begroting van dat geld ruim 26 jaar voort kunnen.
Nederland hoort wat dat betreft al bij de B-landen. De beste
spelers verdwijnen al snel naar de grote landen. Zelfs talenten, die nog niet
eens bij de beloften zijn doorgebroken krijgen al enorme worsten voorgehouden.
Het spelersarsenaal wordt aangevuld met buitenlandse aankopen van tweede en
derde garnituur en jonge talenten uit C-landen. Soms kun je geluk hebben en zit
er een pareltje tussen. Dat ben je dan meestal ook weer snel kwijt. De enige
winst is dan voor de penningmeester.
Dat we het nog zolang hebben volgehouden met Oranje is te
danken aan een aantal exceptionele talenten. Talenten die door hun ervaring in
de grote competities gepokt en gemazeld zijn en die bovendien bij tijd en wijle
het teambelang voorop stellen. Die tijd lijkt nu echter voorbij. Arjan Robben
kan de kar niet in zijn eentje trekken en heeft ook niet het eeuwige
voetballeven.
Maar is er dan nog hoop? Jazeker! Nederland heeft nog steeds
een goede sportcultuur. De voorzieningen bij de top en subtop van de Eredivisie
zijn nog steeds van prima niveau. Bovendien zijn Nederlanders vaak eigenzinnig,
passen zich snel aan en er kunnen als ze goed begeleid worden weer
bovengemiddelde talenten komen bovendrijven. Dan moeten ze echter wel de kans
krijgen.
De tijd lijkt nu rijp dat de KNVB onorthodoxe maatregelen
gaat nemen. Maatregelen die kansen bieden aan de eigen jeugd. Bijvoorbeeld door
clubs te verplichten een minimaal aantal spelers uit de eigen opleiding op te
stellen. Of net als vroeger, het aantal buitenlanders te beperken. Of door de
transferregeling eens goed tegen het licht te houden.
In eerste instantie zal dat zeker ten koste gaan van de
prestaties op internationaal niveau. Toch zal men op termijn de vruchten
plukken van deze handelswijze, zowel op club- als op nationaal niveau.
Alleen als de bond en liever zelfs nog de UEFA of FIFA
ingrijpend durft te hervormen, kan het tij gekeerd worden.
Hoewel ik het rare voorgevoel heb dat de straten in juni
toch weer oranje kleuren, vind ik dat de bal nu bij de KNVB ligt.
Never waste a good
crisis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten