Wat een wedstrijd was dat afgelopen zondag. Wat een passie,
wat een inzet. Het is lang geleden dat ik op het puntje van mijn stoel heb
gezeten bij het voetbal. Lang geleden ook dat ik twee keer drie kwartier niet
op mijn mobiel heb gekeken.
Ik heb het natuurlijk over Feijenoord-PSV. De wedstrijd waar
zowel in Rotterdam als in Eindhoven, maar ook in Amsterdam vol verwachting naar
uitgekeken werd. Dit was één van de wedstrijden die aan het eind van de
competitie beslissend zou kunnen zijn. Tenminste, volgens journalisten,
commentatoren en andere ‘kenners’. Ik denk altijd dat elke wedstrijd meetelt,
maar dat is blijkbaar wat simpel gedacht.
Eerst moesten we ons door het voorprogramma heen worstelen.
Omdat het resultaat na twee dramatische thuisnederlagen nu eens meeviel, konden
we ontspannen achteroverleunend aan de topper beginnen. Want eerlijk gezegd was
de wedstrijd in Deventer van een bedenkelijk niveau.
Maar zoals eerder vermeld, van achterover leunen was geen
sprake. Het puntje van de stoel was na de wedstrijd bijna versleten. Het was
het soort wedstrijd dat je elke week zou willen zien. Confrontaties die in
Engeland meer regel dan uitzondering zijn. Het soort dat we in Nederland veel te
weinig zien.
En dat is wel wat we nodig hebben om weer mee te tellen in
Europa. Want we tellen op internationaal niveau niet echt meer mee. Alleen Ajax
en AZ konden overwinteren dit jaar. Ajax mag nog even mee, na een krappe
overwinning op een tweederangs tegenstander en AZ zorgde voor schaamrood op de
kaken. Hoewel… zo’n prestatie mogen ze ook tegen Vitesse neerleggen in een
eventuele finale in de Kuip.
Nee, meetellen doen we dus niet meer in Europa. Maar dat is
volgens mijn bescheiden opinie niet door een gebrek aan talent. Ik denk dat
Nederland nog steeds voetballers van formaat kan leveren. En ook de
infrastructuur is aanwezig om die te kunnen laten slagen. Nee, het is het
gebrek aan echte tegenstand. Tegenstand die het uiterste van de voetballers vraagt.
Om die tegenstand te waarborgen
mogen in Amerika de clubs die onderaan geëindigd zijn in bijvoorbeeld de
basketballcompetitie als eerste een greep doen in de transferpot, de zogenaamde rooky draft. Jonge talentvolle
spelers komen zo terecht bij ‘mindere’ clubs. Het honkbal kent een luxury tax: een heffing voor rijke
clubs waarvan de opbrengst naar armere clubs gaat. Lees het artikel van Tsjalle
van der Burg Doe als Amerika: bescherm de
sport tegen de markt. Doe als Amerika
Het resultaat is dat er altijd spanning is in hun competities.
Dat er verrassende kampioenen zijn en dat de stadions uitpuilen. Bij ons is
het, op enkele uitschieters na, altijd zo dat de schaal naar Amsterdam,
Eindhoven en nu mogelijk ook weer naar Rotterdam verdwijnt en dat dezelfde
clubs onderaan bungelen.
Ik denk niet dat dat systeem ooit in Nederland zal worden
ingevoerd, al was het alleen al omdat Europese wetgeving daar een stokje voor
zal steken. Maar er zal toch wel het een en ander moeten gebeuren om te
voorkomen dat de winnaar van de KNVB-beker volgend jaar in de Europa league
geen modderfiguur wil slaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten