Het seizoen zit erop. De kaarten zijn geschud. Wat ons
rest is nog een toetje om des keizers baard. Hoewel, de bekerfinale en de
laatste competitiewedstrijd bepalen nog wel even waar we het toernooi van de
Europa League binnenstromen. Toch is het tijd om alvast even terug te blikken.
Wat kun je zeggen van het afgelopen seizoen? Zonder
verder een waardeoordeel te geven is de eindklassering boven verwachting
geweest. Al die sceptici die de afgelopen jaren de, meestal fout geciteerde,
woorden van Maasbrecht Schouten steeds maar weer met spot in herinnering
brachten (meedoen om het kampioenschap), moeten met schaamrood op de kaken
bekennen dat die doelstelling al behaald is. En als de voortekenen niet
bedriegen is deze prestatie geen eendagsvlieg en mogen we de komende jaren nog
meer moois verwachten. En dat ondanks de op handen zijnde verkoop van
toptalenten en het vertrek van huurlingen.
Zoals ik al eens eerder schreef, zijn de voorwaarden om
door te groeien naar een structurele topclub aanwezig: een goed doordachte
technische en medische staf, hypermoderne trainingsfaciliteiten, een steeds
betere commerciële en financiële afdeling, een toenemende belangstelling van de
pers en een steeds positiever imago.
Hoewel, dat imago kan bij de trouwe supporters wel een
flinke deuk oplopen als er teveel buitenstaanders aan de club gebonden worden
of er getornd wordt aan fundamentele waarden van de organisatie. De naam van de
club verander je niet, net als de vestigingsplaats, maar zeker ook niet de clubkleuren
of het shirt. Met uittenues mag je wat mij betreft een beetje aanklooien, maar
kom niet aan ons geelzwerte streepje.
Maar even terug naar het afgelopen seizoen. Een vierde en
wie weet, misschien zelfs nog een derde plaats is, zoals gezegd, boven verwachting.
En als ik eerlijk ben misschien ook wel een beetje meer dan we verdiend hebben.
Hoewel we enige tijd zelfs op meer mochten hopen, is door de wedstrijden tegen
Roda en RKC de euforie verdwenen en heeft bij sommigen zelfs plaatsgemaakt voor
cynisme. Maar realisme lijkt me meer op zijn plaats. Kijken we objectief naar
de wedstrijden van het afgelopen seizoen, dan moet je constateren dat het
voetbal eerder effectief dan goed was. Er ontbrak nog wel eens wat aan de
prestaties om van een echt topteam te spreken.
Het klopt als ze zeggen dat er bij Vitesse het nodige
talent rondloopt. Je ziet dat aan individuele acties, aan tactisch inzicht, aan
slim samenspel. Maar een stel goede voetballers, grote talenten en goalgetters
maakt nog geen goed team en is geen garantie voor succes. Daarvoor is meer
nodig en volgens mij zijn twee ingrediënten daarbij absoluut noodzakelijk:
goede balans en een goede coach.
Om met het laatste te beginnen: ik denk dat we met Fred
Rutten een redelijk goede coach hebben. Hij is in staat individuele spelers te
laten groeien, hun zelfvertrouwen te vergroten en ze ondergeschikt te maken aan
het teambelang. Hij blijft rustig, kritisch en objectief. Maar of het hem
gelukt is om er een hecht team van te smeden, waag ik te betwijfelen. De jongens
stralen dat in ieder geval te weinig uit. Dat die kwaliteit van enorm belang is
laat Ad Langeler dit seizoen met PEC Zwolle goed zien. Door het samen-gevoel te
versterken heeft hij met beperkte middelen een hecht team gesmeed en daardoor
eveneens boven verwachting gepresteerd. Jammer trouwens, dat die man nu in de
anonimiteit van de PSV-opleiding verdwijnt.
Dat die saamhorigheid niet volledig op het conto van de
coach geschreven kan worden, is vanzelfsprekend. De samenstelling van de groep
heeft daar ook grote invloed op. Je hebt leiders en volgers, praters en stillen,
serieuzen en grappenmakers. Om als team te kunnen presteren moet je het met
elkaar kunnen vinden, er moet een band zijn, een reden om voor elkaar en met
elkaar te knokken. Er moet dus balans zitten in de karakters, in temperament en
het sociaal gevoel van een team. Louis van Gaal ging voor het contracteren altijd
persoonlijk bij een speler langs. Voor een babbeltje over voetbal en om ter
plekke te zien wat voor een vlees hij in de kuip zou krijgen. Een voetballer is
namelijk naast sporter tevens een mens en die wilde hij ook leren kennen. Ik
heb zo ook mijn kritische mening over deze markante figuur, maar voor deze
handelswijze neem ik mijn pet af.
Maar natuurlijk moet er ook balans zijn in
voetbalkwaliteiten. Sierlijke techneuten en noeste werkers, frêle buitenspelers,
snelle backs. Dit seizoen miste ik vooral een type Annan, van der Schaaf of een
van Bommel. IJzervreters, die voorop gaan in de strijd, die passie prediken en
die ongevoelig zijn voor status of bonussen. Die gaan voor het algemeen belang,
die, om een wielerterm te gebruiken, gaan voor de dood of de gladiolen. Zo'n speler
had dit seizoen misschien al het verschil kunnen maken.
Een technisch directeur en een coach moeten altijd goed
kijken welke invloed nieuwe spelers hebben op de balans in het elftal. Wat voor
een soort voetballer hebben we nodig en past die ook als mens in de groep. Dit zijn
dus de belangrijkste vragen die zij de komende tijd weer moeten beantwoorden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten