Scoren. Uiteindelijk draait het allemaal om scoren.
Scoren, om winst te behalen, om hogerop te komen, om meer mensen te trekken.
Scoren, om meer inkomsten te genereren. En het liefst ook nog op een manier die
als aantrekkelijk beschouwd wordt. Scoren, daar moet in principe alles voor
wijken.
Nee , het gaat dit keer niet over het voetbal.
Niet over het maken van doelpunten, niet over ons clubje, althans niet direct.
Het gaat over het Rozet, Arnhems nieuwste trekpleister. Voor wie niet weet wat het is: het is het
nieuwe gebouw aan de Kortestraat , dat tot de opening het kenniscluster genoemd werd. Verscheidene instellingen die ons
intellectueel en kunstzinnig bewustzijn moeten vergroten hebben hier een plekje
gevonden: de bibliotheek, de kunstuitleen, de volksuniversiteit, het
kunstbedrijf en het erfgoedcentrum. En
niet te vergeten een geweldig dakterras met uitzicht over de binnenstad en een
heerlijk café-restaurant op de benedenverdieping. En dat allemaal in een pand
dat ontworpen is door het vooraanstaande architectenbureau Neutelings Riedijk. Hiermee wil de stad Arnhem zich weer even duidelijk
profileren. Hiermee wil men scoren.
En dat doen ze ook. De buitenzijde van Rozet is nog
niet zo bijzonder, hoewel de kleine details wel erg aardig zijn. Het
feestaardvarken voor de deur valt eigenlijk veel meer op.
Nee, het bijzondere zit van binnen. Een grote trap, inclusief middenleuning, die gretig als glijbaan wordt gebruikt, is de ‘straat’ die de verschillende instellingen met elkaar verbindt. Een trap zoals je in steden met steile straatjes tegenkomt. De wand van de trap is ‘versierd’ met vitrines, lichtkranten, boekenkasten, prikborden en draaiblokken, die als etalages de klanten moeten lokken.
Nee, het bijzondere zit van binnen. Een grote trap, inclusief middenleuning, die gretig als glijbaan wordt gebruikt, is de ‘straat’ die de verschillende instellingen met elkaar verbindt. Een trap zoals je in steden met steile straatjes tegenkomt. De wand van de trap is ‘versierd’ met vitrines, lichtkranten, boekenkasten, prikborden en draaiblokken, die als etalages de klanten moeten lokken.
Deze nieuwe aanwinst is niet zozeer voor buitenstaanders.
Hoewel mensen van buiten de regio er natuurlijk welkom zijn (toegang is gratis),
is het gebouw vooral bedoeld voor de mensen van Arnhem en omstreken. Dat wordt
op de trap ook duidelijk door de portretten van beroemde Arnhemmers. Op ronde draaibare
blokken kom je portretten tegen van Karel van Gelre, Charlotte van Pallandt,
Maurits Escher en Hendrik Lorentz. En naast in vergetelheid geraakte grootheden
ook nog onder anderen Herman Brood, Emile Ratelband, Tempo van Vlaanderen, Joop Legerstee en Karel Aalbers.
Ja, ook Keizer Karel heeft er zijn plekje gekregen.
Hoewel het geen Arnhemmer is en volgens mij ook nooit geweest is, is hij wel
altijd sterk met de stad verbonden geweest en heeft ontegenzeggelijk zijn
stempel erop gedrukt.
De inrichters van Rozet zijn zich ook bewust geweest
van de rol die Vitesse speelt in de stad. Een prachtig eigen ‘hoekje’ op de
trap is ingericht voor het geel-swert.
Een vitrinekast met sjaals, een elftalfoto, een ingelijst logo en boekomslag
maken duidelijk dat Vitesse onlosmakelijk met de stad verbonden is. Ook deze
uitstalling wordt gecompleteerd door een aantal ‘blokhoofden’, ditmaal dus van
beroemde Vitessenaren. Tja en hier wringt dus de schoen.
Als je zes blokken mag vullen, wie kies je dan.
Welke zes personen kies je uit om de ziel van de club te weerspiegelen. Wie
zijn de uitverkorenen, wie is de Face-of-Vitesse?
Als oprichter van de club mag Willem Hesselink natuurlijk niet ontbreken. Waarschijnlijk hebben maar weinigen van de huidige generaties deze Arnhemmer ooit persoonlijk gekend, maar dat hij voor de club van groot belang is geweest staat buiten kijf. Ook Just Gobel , Sjaak Alberts en Charly Bosveld verdienen door hun legendarische voetbalkunsten een plek in deze eregalerij. En dan zijn we aanbeland bij de moderne geschiedenis van de club. Naast Edward Sturing resten er nog twee blokken die gevuld dienen te worden.
Als oprichter van de club mag Willem Hesselink natuurlijk niet ontbreken. Waarschijnlijk hebben maar weinigen van de huidige generaties deze Arnhemmer ooit persoonlijk gekend, maar dat hij voor de club van groot belang is geweest staat buiten kijf. Ook Just Gobel , Sjaak Alberts en Charly Bosveld verdienen door hun legendarische voetbalkunsten een plek in deze eregalerij. En dan zijn we aanbeland bij de moderne geschiedenis van de club. Naast Edward Sturing resten er nog twee blokken die gevuld dienen te worden.
De samenstellers van deze uitstalling hebben in hun
wijsheid gekozen om de portretten van Dejan Curovic en Wilfried Bony hiervoor
te gebruiken. En daar krijg ik toch wel een wat ongemakkelijk gevoel bij. Niets
ten nadele van deze jongens, ze zijn vanzelfsprekend van waarde geweest voor de
club, maar ze zijn niet symbolisch voor de band tussen club en stad. Daar komen
anderen voor in aanmerking.
Hoewel de namen van onder anderen Jef Dorpmans,
Bennie Hofs, Bram van Kerkhof, Bart van Ingen, Roy Makaay en Nicky Hofs even
door mijn hoofd flitsten, kunnen de beide goaltjesdieven maar door twee iconen
vervangen worden. Twee jongens die door iedereen in Nederland altijd met
Vitesse geassocieerd worden en zeker zo belangrijk, ook met de stad Arnhem.
Twee jongens, die altijd symbool zullen staan voor de band tussen club en stad
en die echte Vitesse-supporters altijd een warm gevoel zullen geven. Theo
Janssen en Theo Bos zullen een plek moeten krijgen in deze Hall-of-Fame. Hun portretten horen bij de ziel van de club en dus
ook in Rozet. Pas als men deze kleine aanpassing heeft doorgevoerd, kan ik
zeggen dat de stad Arnhem geweldig gescoord heeft met dit fantastische gebouw.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten