Een Arnhemmer is niet voor Ajax van
Remco Kock vertelt het verhaal van een Arnhemse familie en hun betrokkenheid
bij Vitesse. Toch lijkt het boek meer een chronologisch geschiedkundig verhaal
van het reilen en zeilen van de club sinds de overname door Karel Aalbers.
Vooral voor degenen die deze periode bewust en betrokken hebben meegemaakt en
voor hen die het eens op een rijtje willen hebben, is het interessant leesvoer.
Jammer is wel dat Kock niet altijd even nauwkeurig is geweest met de feiten. Er
is natuurlijk veel onduidelijk over deze bewogen periode, maar sommige feiten
zijn onweerlegbaar en daar mogen geen fouten in zitten. Bijvoorbeeld: Artur
Jorge, de Portugees die een blauwe maandag trainer is geweest in Arnhem, blijkt
plots een Zwitser te zijn. Of dat het aantal toeschouwers dat bij de
nacompetitie voor degradatie in 2004 op de tribune zat, volgens Kock minder was
dan 10.000. De waarheid is dat er rond de 17.000 supporters op de tribunes
zaten. Nog steeds een record voor de nacompetitie voor degradatie en meer ook
dan er nu op de tribune zitten. Dat is wel een beetje jammer, want deze
gegevens zijn makkelijk terug te vinden op internet.
Het boek begint en eindigt met een aangrijpende gebeurtenis
in de familie. Misschien wel de aanleiding voor Kock om dit boek te schrijven.
Toch blijft het een beetje als los zand aan het verhaal kleven. Het is zeker
geen rode draad. De verdere familiegebeurtenissen zijn vooral leuk om te lezen
voor familie en vrienden van de schrijver, maar zijn te weinig bijzonder om ze
met vreemden te delen. Toch vond ik het, ondanks de niet altijd even positieve
kritiek die het werkje kreeg, een uiterst leesbaar boekje en voor menig
Vitesse-supporter een feest van herkenning.
Na
een paar edities van Hard Gras en het
veelgeprezen Het is zoals het is over
Theo Bos, verscheen van de hand van journalist Marcel van Roosmalen dit jaar
ook een boek over die andere Theo. Schijt
vertelt fragmentarisch over de ontmoetingen van de schrijver met Theo Janssen.
De vaak op zichzelf staande anekdotes zijn meestal opgehangen aan one liners, waar Janssen patent op lijkt
te hebben. Recht voor zijn raap en zonder aanzien des persoons. Ook de
uitspraken van Esther Bal, die veelvuldig in het boek voorkomt, mogen er zijn.
De personen die in het boek de revue passeren worden echter nogal plat
beschreven. Piet Velthuizen en Nicky Hofs zullen er niet altijd even blij mee
zijn en Joost de Wit zal van Roosmalen waarschijnlijk wel de vingers willen
afhakken.
Het boek is bepaald geen biografie van de voetballer te
noemen. Van Roosmalen heeft dat volgens mij ook nooit beweerd. Dus wie verwacht
dat het Janssens levensverhaal vertelt, komt bedrogen uit. Het zijn
ogenschijnlijk allemaal losse fragmenten, die ook nog eens kris kras door de
tijd plaatsvinden. Een structuur kun je er eigenlijk niet in vinden.
Het boek is ook bepaald geen journalistiek meesterwerk.
Nergens proef je dat van Roosmalen de diepte ingaat, zaken uitzoekt, met nieuwe
feiten of inzichten komt. Dat was misschien ook helemaal niet de bedoeling,
maar is wel een beetje jammer.
Hoewel ik zelf bepaald niet blij van van Roosmalen word (ik
moet er wel bij zeggen dat die mening enkel gebaseerd is op het zien van wat tv
optredens van de journalist), moet ik wel eerlijk bekennen dat hij weer een
uiterst onderhoudend werkje heeft afgeleverd. En niet alleen voor mensen die
een geel swert hert hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten