Over de schrijver

Mijn foto
is columnist bij Vitesse Inside. De artikelen van dit blog verschijnen ook daar. Contact: plusvite1892@gmail.com Facebook: www.facebook.com/plus.vite.39

maandag 16 februari 2015

Hot


Bernard Traoré is hot. De negentienjarige Burkinees staat sinds Peter Bosz hem in de spits heeft gezet volop in de belangstelling. En niet ten onterechte. Met zijn techniek en beweeglijkheid en natuurlijk zijn doelpunten heeft de 
huurling van Chelsea een belangrijk aandeel gehad in de wederopstanding van Vitesse. Iedereen in Arnhem is daar blij mee. Toch?

Ik was zestien, misschien zeventien toen mijn beste vriend met zijn ouders twee weken op vakantie ging. Met tegenzin moest hij naar een stacaravan in Cadzand. Ik zou mijn vriend twee weken moeten missen, maar als pleister op de wonde mocht ik zijn brommer de tijd dat hij weg was lenen. Een Tomos met vier versnellingen en een hoog stuur. Dat was wel wat anders dan mijn oude fiets met terugtraprem. Trots als een aap met zeven lullen scheurde ik die twee weken met dat ding door de stad. Ik was de koning te rijk. Tot het moment dat ik hem weer terug moest geven. Teruggeven zonder er iets aan over te houden, behalve een goede herinnering.

Een goede herinnering is wat we mogen hopen over te houden aan de aanwezigheid van Traoré. Met een beetje geluk mogen we hem echter ook na dit seizoen nog in Arnhem bewonderen. Door de vroege uitschakeling van Burkina Faso komt het talent niet aan het benodigd aantal interlands om in de Engelse competitie uit te mogen komen. Als het de beleidsmakers in Engeland behaagt, dan stallen ze hem nog een jaartje in Nederland.

Misschien belangrijker zijn de activiteiten die Vitesse ontplooit om zelf talenten vast te leggen. Naast de eigen jeugdopleiding is het scoren van (buitenlands) talent misschien wel van levensbelang voor het voortbestaan van de club. Het opleiden van spelers om ze vervolgens voor een leuke transfersom van de hand te doen is de enige manier voor Nederlandse clubs om het hoofd boven water te houden. Maar dat dat niet altijd even makkelijk gaat zie je aan een jongen als Alvin Fortes. Talent alleen is niet voldoende. Het gaat ook om instelling. Blijkbaar heeft deze jongen moeite om zich aan te passen aan de harde voetbalwereld. Hoewel sommige van die onaangepasten juist iets extra's kunnen brengen, zijn de meesten echter toch een pain in the ass. Voorzichtigheid is dus geboden om vermeende grote talenten een leuk contract aan te bieden. De omzichtigheid waarmee de clubleiding omgaat met jong talent en met name met jongens uit het buitenland is dan ook verstandig. Milot Rashica, de 18-jarige Albanese middenvelder, heeft zich meerdere keren moeten laten zien, voor hem een contract is aangeboden. De Rus Arshak Koryan krijgt een contract voor een half jaar om zich te bewijzen en om te laten zien of hij zich ook als mens voldoende kan aanpassen. Voor de Deen Patrick Olsen zal dat laatste in principe wat minder problemen opleveren. Noord-Europeanen staan erom bekend zich moeiteloos aan te passen aan hun nieuwe omgeving. Anders zouden ze het ook niet uit kunnen houden in een, met alle respect, boerengat als Heerenveen.
De handelswijze betreffende het aantrekken van jong buitenlands talent verdient dus waarschijnlijk wel een pluim, het omgaan met de talenten uit eigen opleiding wat minder. Als ik zie hoe jongens uit de eigen jeugd zich bij hun nieuwe club ontwikkelen, dan denk ik dat we talenten te goedkoop hebben laten lopen of verzuimd hebben ze zelf een kans te geven. Iedereen kan zien dat Sander van der Streek zich bij Cambuur in de kijker speelt bij grote clubs. Dat Jop van der Linde een rots in de branding is bij Go Ahead. Maar ook jongens als Tighadouini en Darri doen het meer dan verdienstelijk bij hun nieuwe club. 

De uitdrukking: het gras bij de buurman lijkt altijd groener, lijkt hier van toepassing. Durf eigen talenten wat meer kans te geven en je creëert op termijn naast extra inkomsten ook meer uitstraling. Eigen jeugd eerst.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten