Over de schrijver

Mijn foto
is columnist bij Vitesse Inside. De artikelen van dit blog verschijnen ook daar. Contact: plusvite1892@gmail.com Facebook: www.facebook.com/plus.vite.39

dinsdag 3 maart 2015

Standbeeld



Het kan haast niet anders: afgelopen zaterdag is er genoeg geld ingezameld voor een permanent eerbetoon aan Theo Bos. Iedereen die Vitesse een goed hart toedraagt vindt dat ons clubicoon dat verdient. Maar ook voor de club zelf is zo'n borstbeeld een meerwaarde. Het symboliseert dat het een club van mensen is. Echte mensen.

Deze column gaat echter niet over dit borstbeeld, maar over een standbeeld. Een symbolisch standbeeld voor een man die zich de afgelopen jaren heeft ontwikkeld tot de absolute leider van het elftal. Een man ook die zich, in de geest van Theo Bos, als boegbeeld van de club opwerpt. Guram Kashia is ondertussen veel meer dan zo maar een aanvoerder.
Bij menig club zie je dat de meest prominente speler of meest dominante persoonlijkheid, de aanvoerdersband draagt. Niet altijd een begrijpelijke keuze, als je kijkt naar de gedragingen van bepaalde captains. Als je vaak betrokken bent bij opstootjes, scheidsrechters onheus bejegent en regelmatig onnodige gele kaarten incasseert, dan vraag ik me af waar je die band aan verdiend hebt.
Kashia laat echter in alle opzichten zien wat een echte aanvoerder is. Ten eerste is het een primus inter pares, de eerste onder zijn gelijken. Hij is gewoon één van de jongens, deel van het team. Maar daarnaast ook degene die voorop gaat in de strijd, die de klappen opvangt, die het elftal enthousiasmeert of op zijn flikker geeft. Op zo’n moment is hij de autoriteit, de absolute leider. Je merkt dat hij respect afdwingt, dat zijn woord leidend is.
Ten tweede voelen jonge jongens als Kevin Diks en Bertrand Traoré de bijna vaderlijke zorg die hij voor ze heeft. Zij krijgen een schop onder hun gat als het nodig is, maar ook een aai over de bol of een knuffel als ze het verdienen. Trouwens niet alleen de jonkies. Afgelopen zaterdag was Guram er ook vlot bij om Vejinovic een hart onder de riem te steken na zijn gemiste penalty.
Ten derde is de aanvoerder bij maatschappelijke projecten waar Vitesse aan deelneemt, meestal een geweldig visitekaartje. En wat te denken van zijn respectvolle behandeling van de Airborne-veteranen. Niet voor niets staat juist hij (let wel: als buitenlander) prominent in de houding op het spandoek tijdens de herdenkingswedstrijden.
In augustus schreef Dennis van Bergen van VI echter dat Kashia niet past bij Vitesse. Hij zou te weinig voetballende kwaliteiten hebben om mee te kunnen met het spelletje dat Bosz graag speelt. Van Bergen ziet wel dat hij misschien één van de betere verdedigers in de eredivisie is, maar dat hij zeker in vergelijking met van der Heijden voetballend en in de opbouw tekort schiet.
Ik zie ook wel dat Jan-Arie over kwaliteiten beschikt -ik geniet er wekelijks van-, die Guram niet heeft, maar van Bergen snapt blijkbaar niet dat een elftal met alleen maar ‘mooie voetballers’ het uiteindelijk niet ver zal schoppen. Een goed elftal is nog altijd een goede mix van diverse talenten èn met een duidelijke leider. En dat Kashia naast een goede verdediger met name ook dat laatste is, moge duidelijk zijn. Het enige verwijt dat je hem eventueel nog mag maken is, dat hij zich na al die jaren in Arnhem, nog steeds van het Engels moet bedienen, althans in het openbaar.
Het moge duidelijk zijn dat ondanks de fouten die hij wel eens maakt, Kashia voor mij op dit moment hèt gezicht is van Vitesse. De man die misschien ook wel de Haarlemmer olie is in het elftal, die ervoor zorgt dat het elftal als team lekker draait. Maar vooral ook de man die de club wil dienen. Een echte Vitesse-man, helemaal in de geest van Theo Bos. Ik denk dat onze eeuwige nummer 4 zaterdagavond vanaf zijn hemelstoel weer goedkeurend gekeken heeft naar de man die op zijn nummer speelt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten